Bewaar-temperatuur van peren
Een optimale bewaartemperatuur is de eerste vereiste om goede kwaliteit van peren te behouden. Koelen is een effectieve manier om de optimale lage temperatuur te bereiken. Lagere temperaturen verlengen de maximale opslagduur doordat ze o.a. respiratie, waterverlies, kleurverandering en rot verminderen. De peren moeten echter niet te koud worden opgeslagen, omdat dan koudebederf kan optreden. Dat resulteert in allerlei kwaliteitsproblemen zoals zachter vruchtvlees, verkleuringen, en verhoogd risico op bederf. De optimale bewaartemperatuur verschilt per perensoort en moet in de gehele koudeketen behouden blijven.
Optimale bewaar-temperatuur
De optimale bewaartemperatuur hangt af van de perensoort en de lengte van de opslag. In elk geval moeten peren snel na de oogst teruggekoeld worden en dan opgeslagen worden in een temperatuur dicht bij de optimale opslagtemperatuur. Op die manier worden rijping en veroudering vertraagd en temperatuur-gerelateerde ziekten en gebreken beperkt.
Een belangrijk punt dat vaak over het hoofd wordt gezien, is het temperatuurverschil tussen de peren zelf en de omgeving. Het is belangrijk om niet alleen de luchttemperatuur, maar ook de kerntemperatuur van een peer te meten. De juiste producttemperatuur is belangrijk voor kwaliteitsbehoud van de peer in de gehele keten. Hiervoor moeten precieze temperatuurmaatregelen genomen worden.
Aandachtspunten voordat de peren de koelcel in gaan
De opslagruimte moet koud zijn voordat de eerste peren de cel in gaan. Het voordeel van een voor-gekoelde cel is dat alle koude beschikbaar is voor het product zodra het de cel in word gereden. Het setpoint voor de luchttemperatuur tijdens het vullen van de cel hangt af van het perenras en het oogsttijdstip. Een rijpheids- en kwaliteitscontrole van de peren bij inslag wordt sterk aanbevolen om eventuele beslissingen over het temperatuurbeheer bij te stellen.
Factoren die de optimale bewaartemperatuur bepalen
Warmtebronnen bij de bewaring
Temperatuursensoren in een koelcel
-
Regelvoeler. Foto van WUR Regelvoeler
De koelcel heeft een aantal temperatuursensoren. De belangrijkse is de regelvoeler. Deze meet de luchttemperatuur op een vaste plek. Deze sensor bevindt zich normaal gesproken in de luchtstroom aan de aanzuigkant van de verdamper. Hij wordt gebruikt om de aan/uit-cyclus van de koelinstallatie te regelen. -
Productsensor. Foto van WUR Product sensors
Het gebruik van productsensoren (sensoren in de peer) wordt ten sterkste aangeraden, in elk geval op de koudste en de warmste plek in de koelcel. Er zijn altijd wat verschillen in producttemperatuur in de koelcel. De warmste plek in de koelcel is meestal direct onder het koelsysteem. De koudste plek is meestal in de luchtstroom aan de overkant van de cel. -
Handsensor. Foto van WUR Handsensor
Een handthermometer moet beschikbaar zijn. Deze wordt gebruikt voor routinematige controles van de producttemperatuur. In ruimtes met CA (gecontroleerde atmosfeer) kan deze controle worden uitgevoerd door het monsterluik. Voor je dat doet moet je de veiligheidsinstructies kennen en opvolgen.