Slakwaliteit
Slakwaliteit wordt vooral bepaald door verschillende eigenschappen die belangrijk zijn voor de consument. Belangrijke kwaliteitseigenschappen zijn het uiterlijk, de kleur, de structuur en de smaak. Het uiterlijk en de kleur zijn voorbeelden van externe kwaliteitskenmerken. Structuur en smaak zijn voorbeelden van interne kwaliteitskenmerken. De kwaliteitseigenschappen worden beïnvloed door ras, oogstomstandigheden, en oogst- en naoogstpraktijken. Het vaststellen van de kwaliteit zorgt voor een belangrijke indicatie van de bewaarbaarheid en de houdbaarheid.
Optimale slakwaliteit
Belangrijke kwaliteitseigenschappen van sla zijn een fris uiterlijk, de typische (meestal groene) kleur en de volle stevige bladeren. De vorm moet passend zijn voor het type sla, een goed voorbeeld is “eiken bladeren”. Een van de meest belangrijke eigenschappen van sla is het hoge interne watergehalte. Het watergehalte moet hoog blijven om teveel verdroging te voorkomen, want dit leidt tot verwelkte bladeren. De bladeren zijn ook kwetsbaar voor verkleuring. Besmettingen en aandoeningen moeten zoveel mogelijk voorkomen worden. De minimale eisen voor goede kwaliteit zijn: ze zijn heel, gezond, schoon, zien er vers uit, zijn waterstevig, (vrijwel) schadevrij en vrij van vreemde geuren en/of smaken.