Zorg voor voedselveiligheid
Voedselveiligheidsmaatregelen zijn bedoeld om microbiologische risico's voor het verse product te minimaliseren. Het is een belangrijk onderwerp: mensen kunnen ziek worden of zelfs dood gaan door voedselvergiftiging. Bovendien kunnen voedselveiligheidsissues een langdurig effect hebben op handel en consumentenvertrouwen, en daarmee op de versindustrie.
Het voorkomen van viezigheid, het schoonmaken en desinfecteren zijn onderdeel van de dagelijkse praktijk van pakhuizen. Schoonmaakmiddelen en desinfectiemiddelen kunnen daarbij gebruikt worden mits binnen de daarvoor geldende regelgeving. Hetzelfde geldt voor het gebruik van agro-chemicaliën.
Regelgeving rondom voedselveiligheid
Wet- en regelgeving vraagt om een aantal handelingen in de praktijk om voedselveiligheid van het product te garanderen. Uiteraard moeten deze regels gevolgd worden.
Als voorbeeld: het gebruik van agrochemicaliën (zoals fungiciden) is streng gereguleerd. Wereldwijd hebben de autoriteiten zeer strikte grenzen gesteld aan pesticide-residuën op de producten. Residuën zijn meetbare sporen van pesticides op geoogstegewassen. Om hierop te controleren worden steekproeven gedaan om daarop de pesticide-residuën te meten. De gemeten niveaus moeten lager zijn dan de voorgeschreven MRLs (maximum residue levels, ofwel maximum residu niveaus).
Een ander voorbeeld: in de EU is traceerbaarheid verplicht voor alle voedselketens. Dit betekent dat het altijd mogelijk moet zijn de herkomst, route en historie van een product in de productie- en distributieketens te bepalen.
Als derde voorbeeld: elk bedrijf moet procedures hebben voor schoonmaak en desinfectie. Deze zijn vaak onderdeel van programma's die zich richten op voedselveiligheid, zoals GLOBALGAP en HACCP.
Schoonmaken
Schoonmaken verwijdert vuil en organisch materiaal van oppervlakken. Het oppervlak moet geborsteld of gewassen worden om zichtbaar vuil en afval te verwijderen. Water onder hoge druk kan gebruikt worden om viezigheid te verwijderen van bakken, tonnen en andere oppervlakken. De sorteerlijn verdient veel anadacht. Borstels, rollers en plekken onder ventilatoren en blazers zijn plaatsen waar vuil zich gemakkelijk ophoopt. Zeep of wasmiddelen mogen gebruikt worden, maar daarna moet er goed nagespoeld worden met schoon water. Het is belangrijk om regelmatig om afgeschreen producten, afval, verpakkingsmateriaal e.d. te verwijderen van de locatie.
Schoonmaken en visuele inspectie helpt ook om te voorkomen dat harde en scherpe voorwerpen in het voedselproduct terecht komen. Denk bijvoorbeeld aan glas, nietjes of afgebroken stukjes plastic.
Ontsmettingsmiddelen
Antimicrobiële middelen vertragen de verspreiding van microorganismen of doden ze zelfs af. Dit gaat over bacteriën, schimmels en virussen.
In de versketen worden met name ontsmettingsmiddelen gebruikt als antimicrobieel middel. Er zijn twee soorten ontsmettingsmiddelen: sanitizers en desinfectiemiddelen. Sanitizers brengen de hoeveelheid bacteriën terug op het oppervlak. Als een sanitizer gebruikt wordt, moet er nagespoeld worden. Desinfectiemiddelen doden bacteriën en schimmels of remmen hun groei. Sommige desinfectiemiddelen richten zich op virussen. Een voorbeeld van een veelgebruikte desinfectant is chloor.
De etiketten op de verpakkingen geven aan hoe en wanneer een ontsmettingsmiddel gebruikt mag worden en of het toegestaan is op een voedselproduct. Volg deze instructies altijd op.
Sorteren en beoordelen
Sorteer-, beoordelings- en verpakkingslijnen zijn een belangrijke bron van kruisbesmetting. Dat wil zeggen dat microorganismen van een besmet product overstappen op een voorheen schoon product. Kruisbesmettingen moeten voorkomen worden.
Producten die zichtbaar besmet zijn met dierlijke uitwerpselen, die rotten of extreem vies zijn, zijn bronnen van microorganismen. Deze producten moeten weggegooid worden voordat ze de sorteerlijn op gaan.
Dompeltank
Verse producten ondergaan vaak een wasstap in het pakhuis. De gebruikte dompeltanken en watergevulde transportgoten leveren een risico op kruisbesmetting op. Daarom moeten zichtbaar besmette producten voor het wassen uit de productbatch gehaald worden.
Het beheersen van microben in de dompeltank is belangrijk. Houd het waswater zo schoon mogelijk. Hiervoor is het belangrijk om relgematig het water te verversen en te filtreren om viezigheid te verwijderen.
De grond en de organische resten die aan verse producten zitten kunnen zich binden aan chloor in het water, waardoor het chloor niet meer werkt. Daarom is het belangrijk om de hoeveelheid microorganismen in het water te regelmatig te meten. Als het antimicrobiële middel chloor-gebaseerd is, is ook de pH-waarde van het water belangrijk, aangezien de werking dan pH-afhankelijk is.
Persoonlijke hygiëne
Je kunt gemakkelijk bacteriën die je zelf bij je draagt overbrengen op verse producten. Goede persoonlijke hygiëne kan helpen bij het voorkomen van voedselvergiftiging. Neem hygiëne dus serieus!
Een aantal persoonlijke hygiëne richtlijnen zijn: was en droog je handen goed en vaak voor en tijdens het werk, draag een haarnetje, draag wegwerphandschoenen en wissel deze regelmatig, raak voedsel niet aan als je je ziek voelt, draag schone kleren, bedek alle sneetjes en wondjes volledig, rook niet in de buurt van voedselproducten.