Herkennen van kwaliteitskenmerken van fruit
Als consument hebben we allemaal ervaring met het eten van heerlijk fruit van goede kwaliteit en met het eten van fruit dat tegenvalt door de slechte kwaliteit. Over smaak valt niet te twisten, maar wat is "kwaliteit" eigenlijk? Van grond tot mond, overal in de keten worden kwaliteitskenmerken gebruikt, bijv. om oogstmoment te bepalen, voor het sorteren en beoordelen van het product, tot het voorspellen hoe kwaliteit zich zal ontwikkelen in de keten. Ook zijn kwaliteitskenmerken belangrijk voor voedselveiligheidsregelgeving en om in te schatten hoe lang consumenten het product nog kunnen bewaren. Terwijl sommige van deze eigenschappen goed gemeten kunnen worden zonder het fruit te beschadigen, is het voor andere nodig om een sample te nemen en het fruit bijvoorbeeld door te snijden.
Externe kwaliteitskenmerken
Sommige kwaliteitskenmerken kunnen bepaald worden door naar de buitenkant van het fruit te kijken. Zulke kenmerken zijn bijvoorbeeld de kleur van een vrucht, de vorm en grootte van een vrucht, of het voorkomen van ziekten en gebreken.
Interne kwaliteitskenmerken
Sommige kwaliteitskenmerken kunnen niet aan de buitenkant van de rucht gezien worden. Voorbeelden zijn stevigheid, meligheid, sappigheid, knapperigheid, droge stof gehalte, gewicht, zetmeelgehalte, zoetheid, zuurheid, aroma's en smaakstoffen, interne ziekten en gebreken. Sommige van deze kwaliteitskenmerken kunnen gemeten worden zonder de vrucht te beschadigen (doorsnijden, gat in maken, persen, ...), voor andere is dat niet mogelijk.
Het meten van kwaliteit
Kwaliteitsaspecten kunnen destructief (door te snijden, proeven, vermalen) of niet-destructief (door te kijken, voelen, wegen, ruiken) bepaald worden.
De laatste jaren komen er steeds meer sensoren en meetapparatuur beschikbaar om het fruit niet-destructief te meten. Dit zorgt ervoor dat gehele batches gesorteerd kunnen worden op specifieke kwaliteitskenmerken zonder dat de vruchten beschadigd raken door de kwaliteitsinspectie.
Bekende voorbeelden van niet-destructieve meetmethoden zijn het gebruik van cameras (voor kleur en externe ziekten en gebreken) en NIR- of hyperspectraalsensoren (voor interne schade, suikergehalte, droge stof gehalte). Ethyleen of andere aroma's en gassen kunnen gemeten worden met gasdetectoren, hiermee kan een indicatie worden verkregen voor bijv. rijping of bederf.